2020, wat verandert er op financieel gebied voor u?

Bent u in loondienst? Bent u ondernemer? Heeft u een eigen woning? Per 1 januari is er weer het nodige gewijzigd in de financiële wet- en regelgeving. Wat betekent dit voor u? We hebben een aantal belangrijke wijzigingen op een rijtje gezet.

Inkomsten- en loonbelasting
Wat opvalt is dat we dit jaar eerder dan oorspronkelijk de bedoeling was naar een tweeschijvenstelsel gaan. Door de invoering van het tweeschijvenstelsel wordt het minder belangrijk of het inkomen in een huishouden met één persoon of twee personen wordt verdiend. De eerste schijf kent een tarief van 37,35% en loopt tot een belastbaar inkomen van € 68.507. Vorig jaar was het tarief 36,55% tot een inkomen van € 20.384 en 38,1% voor het meerdere tot € 68.507. De tweede schijf kent een tarief van 49,5% en is van toepassing voor dat deel van het inkomen boven de € 68.507. Vorig jaar bedroeg het toptarief 51,75%.

Voor AOW-gerechtigden geldt tot een inkomen van € 34.712 een gecombineerd tarief van 19,45% (of € 35.375 voor diegenen die geboren zijn voor 1946), omdat zij niet premieplichtig zijn voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Dit betekent dat er in de praktijk voor AOW-gerechtigden geen sprake is van een twee- maar van een drieschijvenstelsel.

Goed nieuws voor diegenen die bijna de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken: de AOW-leeftijd stijgt toch niet. U mag dus nog steeds met 66 jaar en 4 maanden met pensioen.

Arbeidskorting en heffingskorting
Niet alleen de tarieven in de inkomstenbelasting zijn van belang voor wat u uiteindelijk netto overhoudt in uw portemonnee, maar ook de heffingskortingen beïnvloeden uw koopkracht. Zo is de arbeidskorting omhooggegaan. Dit betekent een belastingverlaging voor alle werkenden met een inkomen tussen de € 10.000 en € 98.000 bruto per jaar. Ook de algemene heffingskorting is gestegen. Dit betekent dat iedereen met een bruto jaarinkomen tot € 68.507 minder belasting gaat betalen.

Aftrekposten
Het toptarief in box 1 bedraagt 49,5%, maar dit betekent niet dat aftrekposten die vallen in deze box ook tegen dit tarief fiscaal mogen worden afgetrokken. Het aftrektarief bedraagt dit jaar maximaal 46% voor diegenen met een hoger belastbaar inkomen dan € 68.507. Dit percentage zal de komende jaren nog verder afnemen tot 43% in 2021, 40% in 2022 en 37,1% vanaf 2023.
Het betreft de volgende aftrekposten: hypotheekrenteaftrek, de ondernemersaftrek, de mkb-winstvrijstelling, de terbeschikkingstellingsvrijstelling en de persoonsgebonden aftrek. Goed te weten is dat lijfrente- en arbeidsongeschiktheidspremies wel tegen het maximale tarief van 49,5% fiscaal aftrekbaar blijven.

Huis en hypotheek
Tegenover de lagere hypotheekrenteaftrek staat een lager eigenwoningforfait. Dit betekent dat diegenen met een belastbaar inkomen onder de € 68.507 netto ongeveer hetzelfde blijven betalen voor de hypotheek en diegenen met een hoger belastbaar inkomen meer gaan betalen.

Bent u van plan dit jaar een huis te kopen? Dan hebt u geluk! De grens voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is namelijk met € 20.000 gestegen naar € 310.000. Als u ook nog investeert in energiebesparende voorzieningen, dan neemt de NHG-kostengrens toe tot maximaal € 328.600. Een toename van € 21.200 ten opzichte van vorig jaar.

Wijzigingen WAB
Vanaf 1 januari veranderen de regels rond arbeidscontracten en ontslag. Dit is geregeld in de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Zo krijgen payrollwerknemers een betere rechtspositie en arbeidsvoorwaarden en oproepkrachten krijgen meer zekerheid op werk en inkomen. Vanaf dit jaar kunnen werkgever en werknemer drie tijdelijke contracten in maximaal drie jaar aangaan. Daarna krijgt u automatisch een vast contract.

Elektrische auto’s
De komende jaren blijven de belastingvoordelen voor elektrische auto’s bestaan. Tot 2025 hoeft u geen motorrijtuigenbelasting of aanschafbelasting (bpm) te betalen voor een elektrische auto. Wel is dit jaar de bijtelling voor elektrische auto’s van de zaak gestegen van 4% naar 8% tot een cataloguswaarde van € 45.000. Voor elke euro hoger is de bijtelling 22%, gelijk aan die voor benzine- en dieselauto’s.

Fiets van de zaak
Vanaf dit jaar geldt net als voor het privégebruik van de auto van de zaak, een forfaitaire bijtelling voor het privégebruik van de fiets van de zaak. Dit betekent bij de fiets van de zaak dat jaarlijks 7% van de waarde van de fiets bij het inkomen wordt geteld. Op deze manier rijdt u een fiets ter waarde van € 2.000 al voor minder dan € 5 per maand.

Partneralimentatie
Vanaf dit jaar wordt de betalingstermijn voor partneralimentatie flink ingekort. De maximale alimentatietermijn bedraagt de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar in plaats van twaalf jaar. Deze wijziging is een extra nadeel voor de ex-partner die partneralimentatie ontvangt, omdat ook de hoogte van de partneralimentatie mogelijk lager zal worden als gevolg van de eerder besproken beperking van de fiscale aftrekbaarheid van partneralimentatie.

Op de regel van maximaal vijf jaar partneralimentatie geldt een aantal uitzonderingen. Zo houdt de alimentatieontvanger die voor de kinderen zorgt minimaal recht op partneralimentatie totdat het jongste kind twaalf jaar oud is.

Wilt u weten wat de gevolgen zijn van alle wijzigingen voor uw financiële situatie en hoe hier het beste op in te spelen? Neem dan eens contact op met een gecertificeerd financieel planner.

Bron: FFP (gecertificeerd financieel planners).
Datum: 07-01-2020 In: Wonen